Wet Normering Topinkomens

23 DEC ‘15
Bron: OHM

In september 2014 zijn de bewindslieden van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het overleg gestart met partijen in het onderwijs over de verlaagde WNT-norm en een nieuwe regeling voor de onderwijssectoren voor 2016. Partijen hebben in dit overleg aangegeven een voorkeur te hebben voor een regeling met bezoldigingsklassen op basis van instellingscriteria, boven een nieuwe regeling met sectorale maxima. Ter voorbereiding van deze regeling is het onafhankelijke advies 'Bestuurdersbeloningen in het onderwijs' opgesteld.

In overleg met de onderwijssectoren is gewerkt aan een regeling met instellingscriteria die een koppeling leggen met de bestuurlijke complexiteit van de instelling. Het betreft de criteria totale baten, aantal leerlingen, deelnemers of studenten en aantal gewogen onderwijssoorten of onderwijssectoren. Op elk van de drie criteria kan een aantal complexiteitspunten worden behaald. Het totaal aantal complexiteitspunten is bepalend voor de indeling in een bezoldigingsklasse met een daaraan gekoppelde maximum bezoldiging. De bestuurlijke complexiteit van de instellingen wordt daarmee leidend voor de maximumbezoldiging van de bestuurder.

Evenwichtig bezoldigingsbeleid
De onderwijsbrede regeling is gebaseerd op de uitgangspunten eenvoud, transparantie en controleerbaarheid. De regeling ondersteunt een evenwichtig bezoldigingsbeleid bij onderwijsinstellingen en voorkomt opwaartse druk naar het algemene WNT-maximum. Partijen in de onderwijssectoren kunnen − onder het maximum van de bezoldigingsklassen − (cao)afspraken maken, als handvat voor de feitelijke bezoldiging van de topfunctionarissen.