Stand van zaken: onderhoud, nieuwbouw, levensloop verlengende renovatie en de gemeente
Onderwerp: Stand van zaken: onderhoud, nieuwbouw, levensloop verlengende renovatie en de gemeente
Hamvraag: Is het voor schoolbesturen mogelijk om te investeren in het eigen schoolgebouw of geldt hiervoor een investeringsverbod?
Stand van zaken:
Omdat er veel onduidelijkheid bestaat bij schoolbesturen en gemeenten over levensloop verlengende renovatie van de schoolgebouwen heeft de PO-Raad bij de behandeling van het wetsvoorstel erop aangedrongen duidelijkheid te geven over wat wel en niet mag. Bij de kamerbehandeling heeft staatssecretaris Dekker enige duidelijkheid gegeven.
Hieronder vindt u de spelregels zoals die tot nu toe bekend zijn:
1) Onderhoud
Bij onderhoud mag een bestuur investeren in kwalitatieve verbeteringen van het gebouw. Een randvoorwaarde is dat de investering zich in een redelijke termijn laat terugverdienen en zich beperkt tot een redelijk bedrag. Een definitie van de twee begrippen is er niet. Het is aan het bestuur om hier in redelijkheid om te gaan. Voor de instandhouding van materieel onderhoud ontvangt u een financiering.
2) Nieuwbouw
Bij nieuwbouw is het niet toegestaan dat een bestuur een bijdrage levert aan de nieuwbouw van het deel waarvoor de gemeente verantwoordelijk is. Het kan niet zo zijn dat de gemeente enkel een deel van de vergoeding betaalt en het bestuur het overige laat betalen. De gemeente moet minimaal de normvergoeding vergoeden zoals in de eigen huisvestingsverordening is vastgelegd. Het bedrag moet ook zodanig zijn dat kan worden voldaan aan de eisen van het bouwbesluit. Het schoolbestuur mag wel boven deze normen investeren in het gebouw, om bijvoorbeeld een lager energieverbruik of beter binnenklimaat te realiseren. Ook hierbij onder de voorwaarde dat het gaat om een redelijk bedrag en een redelijke termijn.
3) Renovatie
Bij renovatie wordt het iets ingewikkelder. De renovatie is een begrip dat in de wet niet is geregeld. Formeel is de gemeente nog slechts verantwoordelijk voor (vervangende) nieuwbouw. Renovatie van een gebouw (i.p.v. nieuwbouw) kan echter in het belang zijn van beide partijen. Voor het gemeentebestuur, omdat het gaat om een levensduur verlengende activiteit dat leidt tot lagere lasten dan wanneer nieuwbouw moet worden gerealiseerd. Voor het schoolbestuur, leidt renovatie tot een beter gebouw (functioneel en onderhouds- technisch), minder energiekosten en daarmee dus lagere exploitatiekosten. Ook omvat renovatie onderhoudsactiviteiten waarvoor het bestuur per 1-1-2015 verantwoordelijk is. Bij renovatie is het dus niet onlogisch dat een schoolbestuur een bijdrage betaalt, mits dat binnen redelijke grenzen blijft en zich in een redelijke termijn terugverdient.
Belangrijk is dat gemeenten en schoolbestuur vroegtijdig goede afspraken maken. Met name de verdeling van de kosten is belangrijk. Daarbij kunnen verschillende verdeelsleutels worden gehanteerd, variërend van een procentuele verdeling tot een verdeling waarbij op elementniveau (gedetailleerde) afspraken worden gemaakt.
4) Renovatie of nieuwbouw
Nog ingewikkelder wordt het wanneer een keus gemaakt moet worden tussen nieuwbouw of renovatie. Immers bij nieuwbouw mag een schoolbestuur niet investeren binnen de normvergoedingen die de modelverordening van de gemeente noemt (zie punt 2). Aan de andere kant leidt nieuwbouw meestal tot een aanzienlijke kostenbesparing voor het schoolbestuur. De vraag doet zich dan ook voor of een bijdrage mag worden geleverd aan een dergelijk nieuwbouw project? Nieuwbouw zal voor de gemeente vaak leiden tot hogere lasten, terwijl het voor het schoolbestuur meestal een besparing zal opleveren. Het is dan niet onredelijk dat het schoolbestuur een bijdrage levert. Boven de gemeentelijke normvergoedingen is dat mogelijk (zie punt 2).
Als de school een bestuurlijke bijdrage geeft leidt dit dan tot een lagere bijdrage van de normvergoeding van de gemeente? Soms kan dat dus weliswaar redelijk zijn, maar is dit wel in strijd met de regels. Een eenduidig antwoord is hier dus niet op te geven, en afhankelijk van de gesprekken met uw gemeente.
Uw accountant heeft regels opgenomen in het controleprotocol. Deze gaan nog uit van een algeheel investeringsverbod. Dat betekent dat de accountant verplicht is een jaarverslag melding te maken wanneer een bestuur investeert in het eigen gebouw. Overigens is ook bekend dat accountants hier verschillend mee om gaan.
Punt van aandacht:
Wij adviseren u met klem de discussie aan te gaan met de verantwoordelijke gemeente. Het doel van dit gesprek is om afspraken te maken wie voor de levensloop verlengende renovatie moet reserveren. Dit zodat deze afspraken niet op de lange baan worden geschoven met alle toekomstige negatieve discussies en verwachtingen van dien.
Indien u deze bedragen zou reserveren in uw meerjaren onderhoudsplan (MOP) voor levensloop verlengende renovatie zal dit zwaar drukken op het MOP.
Maar deze bedragen vormen investeringen en zijn geen planmatige onderhoudskosten. Daarom worden deze bedragen niet in het MOP opgenomen.
Als u het MB dienstverleningspakket bij OHM afneemt dan zullen wij in overleg met u het levensloop verlengende renovatieplan in uw MOP opnemen.