Signaleringswaarde voor mogelijk bovenmatig publiek eigen vermogen van onderwijsinstelling
In juni 2019 stelde minister voor Onderwijs Cultuur en Media Arie Slob dat er een signaleringswaarde moest worden ontwikkeld voor reserves. Met deze signaleringswaarde, die afwijkt van eerdere signaleringswaarden die de inspectie heeft gehanteerd, gaan we de komende
jaren werken. Daarbij zal er blijven gevolgd hoe het toezicht op basis van deze signaleringswaarde werkt.
Er is nu een speciale formule in het leven geroepen om een dergelijke signaleringswaarden op te sporen. De formule is ontwikkeld om het eigen vermogen te toetsen los van de inbrenging van privaat vermogen. De Signaleringswaarde moet er aan bijdragen dat er subsidies niet te veel worden opgepot.
Voor besturen in het po, vo, mbo, hbo en wo is de formule:
(0,5 × aanschafwaarde gebouwen × 1,272)
+ |
(0,5 x aanschafwaarde gebouwen x 1,272) boekwaarde resterende materiële vaste activa |
Omvangafhankelijke rekenfactor:
· 0,05 voor besturen met totale baten groter dan of gelijk aan € 12 miljoen
· onder de € 12 miljoen loopt de rekenfactor geleidelijk op van 0,05 tot uiteindelijk 0,1
bij besturen met totale baten van € 3 miljoen
· voor besturen met totale baten minder dan € 3 miljoen wordt geen rekenfactor
toegepast, maar een vaste risicobuffer van € 300.000,-
Voor samenwerkingsverbanden is de formule:
0,035 × totale bruto baten, maar minimaal een risicobuffer van € 250.000,-
De volledige publicatie vanuit het OC&W kunt u hier vinden.