Besteding werkdrukmiddelen via aparte kostendrager en projectcode
Op 9 februari 2018 is tussen het Kabinet, de vakbonden en de PO-Raad een akkoord bereikt over het terugdringen van de werkdruk in het primair onderwijs. Om maatregelen te kunnen nemen om de werkdruk te verminderen zijn er extra budgetten beschikbaar gesteld, oplopend van € 237 miljoen in 2018-2019 tot € 430 miljoen in het schooljaar 2021/2022. Voor het schooljaar 2018-2019 is het bedrag per leerling vastgesteld op € 155,55. Het bedrag zal groeien naar ongeveer € 285 per leerling.
Inzet van de beschikbare middelen
De extra middelen komen beschikbaar via de lumpsum. Scholen en schoolbesturen kunnen zelf bepalen waarvoor het geld wordt gebruikt. Verantwoording van de extra gelden voor werkdrukvermindering gaan via het jaarverslag en de jaarrekening. Suggesties waaraan de middelen besteed kunnen worden, zijn:
- extra onderwijsondersteunend personeel aannemen;
- vakleerkrachten aanstellen;
- ICT of digitale leermaterialen kopen;
- Investeringen in huisvestingsklimaat;
- trainingen of teamactiviteiten financieren.
Registratie van de inzet van de werkdrukmiddelen
Om het inzicht in de besteding van de extra gelden te vergroten en de verantwoording makkelijker te maken, heeft OHM in de salarisadministratie een speciale kostendrager aangemaakt voor de registratie van personeelsinzet t.l.v. de werkdrukmiddelen. Ook is in de financiële administratie een aparte projectcode aangemaakt waarmee materiele investeringen en kosten kunnen worden onderscheiden. In de praktijk betekent dit dat elke boeking kan worden voorzien van de kostendrager en projectcode zodat in de OHMix de bestedingen van de werkdrukmiddelen eenvoudig inzichtelijk worden gemaakt.
Mocht u gebruik willen maken van deze registratie dan kunt u contact opnemen met uw contactpersoon van personele of financiële zaken.
Werkdrukgelden geen invloed op ontslagruimte
Als een schoolbestuur een vergoedingsverzoek indient voor een beëindiging van een dienstverband op formatieve gronden, dan worden deze werkdrukgelden bij de berekening van de ontslagruimte buiten beschouwing gehouden. Een schoolbestuur kan bij het vergoedingsverzoek gewoon de rekentool invullen. Het Participatiefonds voert dan daarna een correctie uit op de resultaten van de berekening, zodat de werkdrukgelden niet meetellen bij de ontslagruimte.